Grote waternavel

Grote waternavel

Grote waternavel is een invasieve oeverplant afkomstig uit Zuid-Amerika en ingevoerd als vijverplant. Grote waternavel groeit vooral in voedselrijk stilstaand tot zwakstromend water zoals moerassen, vijvers, kanalen en sloten. Onder zomerse omstandigheden kunnen binnen enkele dagen meterslange uitlopers worden gevormd waardoor watergangen volledig bedekt worden met dichte, drijvende matten van enkele decimeters dikte.

Hoe herken ik Grote waternavel?

Grote waternavel (Hydrocotyle ranunuculoides) is een overblijvende oeverplant die in de oever wortelt. De plant vormt lange stengels met brede, niervormige bladeren die op het wateroppervlak drijven. De bladeren kunnen tot 30 cm boven het wateroppervlakte uitsteken. De bladsteel bevindt zich in het midden van het blad. De soort is makkelijk te herkennen aan zijn brede en niervormige bladeren met een diameter van 4 tot 10 centimeter. De onregelmatig 5-lobbige bladeren zijn aan de bladsteel ingesneden en de bladrand is licht gekarteld. De soort wortelt in de oever en/of bodem en vormt van daaruit meterslange, drijvende uitlopers. Onder Nederlandse omstandigheden bloeit de plant zelden (kleine witte bloemen in een enkel scherm).

Waternavelsoorten lijken op elkaar. In een vroeg stadium kan Grote waternavel verward worden met de inheemse gewone waternavel (Hydrocotyle vulgaris), maar hiervan blijven de bladeren en stengels veel kleiner. Kijk hier voor de look-a-likes

Klik op de foto's om ze te vergroten

Herkomst - Waar komt Grote waternavel vandaan?

Oorspronkelijk komt de plant voor in Zuid-Amerika en is in Nederland geïntroduceerd als vijverplant. Doordat sommige vijvereigenaars overtollige planten in de vrije natuur dumpten kon de soort zich verder verspreiden. Kleine fragmenten van de plant die met het water meedrijven, kunnen elders weer uitgroeien tot nieuwe haarden. Vanaf de jaren negentig heeft de plant zich snel verspreid over Nederland. Inmiddels is de verkoop aan consumenten verboden.

Verspreiding - Waar komt Grote waternavel voor?

De grote waternavel komt voor in voedselrijk (troebel) stilstaand tot zwakstromend water. Met name in wat bredere vaarten en sloten wordt de soort aangetroffen. In voedselarme omstandigheden is de soort minder concurrerend en is daar minder dominant. Inmiddels komt de plant op verschillende plaatsen verspreid over het land voor. 

Risico's - Wat zijn de problemen?

De grote waternavel heeft onder gunstige omstandigheden, met zomerse temperaturen en voldoende voedingsstoffen, een enorme groeikracht. Voortplanting gaat via wortelstokken en drijvende stengels. Ook stukken afgebroken stengels lopen weer uit tot nieuwe planten. De overwinterende plant begint weer uit te lopen in het vroege voorjaar, vormt matten in juni, watergangen kunnen volledig bedekt zijn in juli-september. Binnen enkele dagen kunnen meterslange uitlopers vormen. Deze kunnen dichte, drijvende matten vormen van enkele decimeters dikte. Deze geven overlast door:

  • Licht en zuurstof kunnen niet meer doordringen in het water, waardoor ondergedoken waterplanten en fauna afsterven.
  • Verdringen van inheemse plantensoorten in de oeverzone.
  • Eutrofiëring van het water (vrijkomen fosfaat vanuit de bodem door zuurstofloosheid als gevolg van afsterven grote massa grote waternavel).
  • Verlanding van de oeverzone door een combinatie van hoge biomassaontwikkeling en zuurstofloosheid (vertraagde vertering plantmateriaal).
  • Remmende werking op de aan- en afvoer van water waardoor de kans op wateroverlast toeneemt.
  • Belemmering voor de scheepvaart, vis- en zwemrecreatie.
  • Financiële consequenties: invasieve exotische oever- en waterplanten zijn over het algemeen moeilijk, en alleen tegen hoge kosten te bestrijden.

Daarnaast kunnen er onveilige situaties ontstaan doordat onduidelijk is waar het land/talud overgaat in het water.

Preventie - Hoe voorkom je verdere verspreiding?

Preventie is de meest kosteneffectieve aanpak van invasieve exoten. Dat wil zeggen dat zoveel mogelijk moet worden voorkomen dat er nieuwe haarden van grote waternavel ontstaan. Zo zorgen de waterschappen er voor dat ze bij eigen werkzaamheden geen grote waternavel verspreiden. Bijvoorbeeld door plekken grote waternavel tijdens maaiwerk over te slaan.

Particulieren worden opgeroepen om geen overtollige waterplanten in oppervlaktewater te dumpen. Kleine fragmenten (tot enkele centimeters grootte) van grote waternavel kunnen gemakkelijk weer uitgroeien tot nieuwe haarden en het wateroppervlak volledig bedekken met alle negatieve gevolgen voor de natuur, maar ook voor de waterkwaliteit en veiligheid. Heeft u te veel waterplanten in uw vijver of aquarium? Gooi ze dan in uw groencontainer.

Gooi overtollige waterplanten in de groencontainer
Gooi overtollige waterplanten in de groencontainer

Beheersing en bestrijding - Welke methoden zijn er?

Bij de aanpak van grote waternavel zijn een aantal algemene aspecten van belang onafhankelijk van de gekozen methode.

  • Begin altijd bovenstrooms om te voorkomen dat schone stukken weer besmet worden door afdrijvend materiaal.
  • Gebruik waar mogelijk een goed kerende drijfbalk of drijfscherm (kan ook benedenstrooms geplaatst worden), en loop na afloop de watergang na om losgeraakte stukken te verwijderen.
  • Voorkom de vorming van dichte matten! Begin vroeg in het seizoen met verwijdering, zo snel mogelijk na het aantreffen van de eerste planten.
  • Zorg dat de watergangen ‘schoon’ zijn voor de winter.
Methode Effectiviteit Resultaat
Handmatig Verwijdering dient, indien mogelijk, te gebeuren met wortel en al, volg hiervoor de plant in de bodem/oever. Bestrijding
Machinaal (niet maaien) Voor het verwijderen van grote hoeveelheden plantenmassa d.m.v. een grijper of maaikorf zonder snijfunctie. Opvolgen door frequente handmatige verwijdering. Bestrijding
Peilverlaging in de winter (bij vorst) Verlaging van het waterpeil zodat wortels in de oever blootgesteld worden aan koude lucht. Heeft alleen effect bij langdurige strenge vorst. Beheersing

Voorbeeldprojecten

Onderstaande voorbeeldprojecten geven de ervaringen weer zoals opgesteld door de betrokken partijen. Wilt u ook een voorbeeldproject aanleveren, download dan hier het invulformulier.

Klik op het project voor meer informatie

Grote waternavelbestrijding in de Heerenbeekloop, komen we er ooit van af?

Een waterloop (Heerenbeekloop) met hoge ecologische potentie in het beheergebied van Waterschap De Dommel, Midden-Brabant, heeft last van de exoot de Grote waternavel. Om de ecologische ontwikkeling een kans te geven, is een plan opgesteld om Grote waternavel structureel aan te pakken. Doel is om de beek in 2021 vrij van Grote waternavel te krijgen. De effecten van de bestrijding zijn duidelijk zichtbaar, maar het Waterschap staat nog voor enkele uitdagingen om de Heerenbeekloop volledig Grote waternavel-vrij te krijgen (Bron: Waterschap De Dommel)

Onderzoek - Welke methoden zijn nog in ontwikkeling of onderzoek?

Getracht is om minder arbeidsintensieve bestrijdingsmethoden te ontwikkelen. Er zijn proeven gedaan met chemische bestrijding, branders, toepassing van vloeibaar stikstof en natuurlijke bestrijding, zoals met de Korenworm (Listronotus elongatus). Deze experimentele technieken bleken minder of niet effectief te zijn of te risicovol.

Wet & Regelgeving - Welke regels en protocollen zijn van toepassing?

Grote waternavel staat sinds augustus 2017 op de Unielijst van invasieve exoten. Dit betekent dat er een Europees verbod van kracht is op bezit, handel, kweek, transport en import van de soort. Het is dus verboden om overtollige grote waternavel uit een tuinvijver in een oppervlaktewater te plaatsen. Daarnaast geldt voor lidstaten de plicht om in de natuur aanwezige populaties op te sporen en te verwijderen. Wanneer dit onmogelijk blijkt moet de populatie zodanig beheerd worden dat verspreiding en schade zoveel mogelijk wordt voorkomen.

In Nederland zijn de provincies verantwoordelijk voor het nemen van eliminatie- en beheersmaatregelen voor soorten op de Unielijst. Voor de aanpak van Grote waternavel is een belangrijke rol weggelegd voor de waterschappen maar ook andere terreinbeheerders zoals gemeenten, private organisaties en particulieren hebben hierin een verantwoordelijkheid.

Waar vind ik meer informatie?

Leadfoto: Chris van Dijk, Wageningen UR

Gepubliceerd 20 januari 2021