Gewasgericht advies voor volvelds fosfaatbemesting op basis van Pw-getal
In Tabel 3.7 zijn de fosfaatgiften vermeld die nodig zijn om gegeven de fosfaattoestand van de bodem op basis van Pw-getal de economisch optimale opbrengst te bereiken met volvelds bemesting met fosfaat. Hierbij is rekening gehouden met zowel de marktbare opbrengst als de kosten voor fosfaatkunstmest.
De gewassen zijn ingedeeld in 5 gewasgroepen, afnemend in fosfaatbehoefte. Aanvankelijk was er een indeling in 4 groepen voor het akkerbouwadvies. Na integratie van het vollegrondsgroenten- met het akkerbouwadvies is een extra gewasgroep (0) toegevoegd aan de bestaande groepen 1 t/m 4. De indeling in gewasgroepen is weergegeven in Tabel 3.8.
[Klik op de tabel om deze te vergroten]
Opmerkingen bij Tabel 3.7
- Bij twee teelten per jaar het tweede gewas bemesten met de helft van de geadviseerde hoeveelheden.
- Pootaardappelen kunnen zwaarder met fosfaat worden bemest dan consumptieaardappelen.
- Granen met ondervrucht klaver hebben iets meer fosfaat nodig dan granen alleen.
- Het heeft voordelen als in een bouwplan het fosfaat voor de niet-fosfaatbehoeftige gewas-sen (groepen 3 en 4) aan de fosfaatbehoeftige gewassen wordt gegeven. Bij een zeer lage fosfaattoestand kan het nodig zijn alle gewassen een fosfaatbemesting te geven.
- Bij de fosfaatgiften gelden de volgende rekenformules:
- Dekzand, dalgrond, rivierklei, löss: 218-3,3*Pw, 195-3,5*Pw, 167-3,67*Pw, 140-4*Pw voor resp. gewasgroepen 1, 2 , 3 en 4
- Zeeklei, zeezand: 218-3,3*Pw, 187-3,71*Pw, 155-4,5*Pw, 100-4*Pw voor resp. gewasgroepen 1, 2, 3 en 4
Uitkomsten worden afgerond op veelvouden van 5 kg, uitkomst lager dan 20 kg wordt afgerond op 0 kg De giften in gewasgroep 0 zijn niet met eenvoudige formules te berekenen en zijn derhalve hier niet vermeld.
[Klik op de tabel om deze te vergroten]
Bij de uiteindelijke bemesting gaat het erom dat aan zowel het bodem- als het gewasgerichte advies wordt voldaan. Het bodemgericht advies is gericht op het handhaven van de streeftoestand fosfaat van de bodem. Neem daartoe de volgende stappen:
1. Bepaal het gewasgerichte advies van de afzonderlijke gewassen in de gewasrotatie op het perceel en bereken vervolgens hoeveel fosfaat bij opvolging van het advies op rotatieniveau wordt aangevoerd.
2. Indien de aanvoer op rotatieniveau volgens het gewasgerichte advies lager is dan volgens het bodemgerichte advies (dat geldt op rotatieniveau) en de Pw niet hoger is dan 45, dient het bodemgerichte advies te worden gevolgd. Het extra fosfaat (bovenop het gewasgerichte advies) kan dan het beste aan de meest fosfaatbehoeftige gewassen binnen de rotatie worden gegeven.