Bodemgericht advies op basis van P-Al
P-Al is een indicator voor de fosfaatvoorraad in de bodem. In Tabel 3.4 is de waardering van de fosfaatvoorraad weergegeven op basis van P-Al. Deze waardering geldt voor alle grondsoorten. Bij het bodemgerichte advies wordt gestreefd naar de toestand Goed. Op veeljarige proefvelden is gevonden dat bij gewassen als aardappelen en bieten bij een lage fosfaattoestand met een hoge fosfaatbemesting een lagere opbrengst wordt behaald dan bij een hogere fosfaattoestand met een lagere bemesting. Dit zal zeker ook gelden voor andere fosfaatbehoeftige gewassen.
Het streefgetal voor de fosfaatvoorraad in de bodem is P-Al 35. Indien de fosfaattoestand lager is dan het streefgetal, wordt geadviseerd deze te verhogen. In Tabel 3.5 is het advies gegeven voor de hoeveelheid fosfaat die nodig is om de fosfaattoestand op het gewenste peil te brengen.
Indien de fosfaattoestand in de klassen Goed zit, wordt geadviseerd de toestand te handhaven. Daarvoor moet gemiddeld over het bouwplan de fosfaatafvoer worden gegeven plus de fosfaatvastlegging. Door de opbrengst van de verschillende gewassen te vermenigvuldigen met een gemiddeld fosfaatgehalte, kan de gemiddelde fosfaatafvoer worden geschat. Voor gemiddelde fosfaatgehalten in oogstproducten, zie: Mineralengehalten in geoogst product. Op akkerbouwbouwbedrijven varieert die afvoer van 45 tot 70 kg P2O5/ha/jaar, afhankelijk van de bouwplansamenstelling en de opbrengst van de gewassen. Door de grote diversiteit aan gewassen op groentebedrijven kan voor deze bedrijven moeilijk een afvoerrange worden gegeven.
Fosfaatvastlegging betreft omzetting van fosfaat in de bodem in stabiele verbindingen waaruit het fosfaat niet of moeilijk beschikbaar komt voor het gewas. Voor de fosfaatvastlegging kan worden uitgegaan van 20 kg P2O5/ha per jaar.
Een fosfaattoestand in de klassen Vrij Hoog en Hoog hoeft niet te worden gehandhaafd. De fosfaataanvoer mag dan lager zijn dan de afvoer plus de vastlegging. Als de hoge toestand daalt en in de klasse Goed komt (Tabel 3.4), geldt het eerder genoemde advies om de toestand te handhaven.
Opmerkingen bij Tabel 3.5
- De reparatiegiften zijn berekend voor grond met een volumegewicht van 1,25 kg/dm3. Voor andere situaties kan de gift worden berekend met de formule: 395,201 – 26,2429 * P-Al + 497,8355 * volumegewicht grond. Voor de bepaling van het volumegewicht van de grond zie: Volumegewicht grond.
- Vanwege de fosfaatgebruiksnormen zal het niet mogelijk zijn de reparatiegift in één keer te geven, afhankelijk van hoe laag de fosfaattoestand is.
- In verband met de soms niet geheel verklaarde nadelige effecten van grote giften fosfaat in één keer, wordt geadviseerd sowieso niet meer dan 500 kg P2O5/ha per jaar te geven.
- Wanneer de hoofdgrondbewerking aanmerkelijk dieper is dan 25 cm, kan voor het bereiken van de gewenste toestand meer fosfaat nodig zijn dan het advies aangeeft. Dit kan ook het geval zijn op zeer kalkrijke of sterk ijzerhoudende gronden.