Showcase

Biodiversiteit bepalend voor risico op ziekten

Onderzoekers van Wageningen University & Research hebben de plekken (hotspots) in kaart gebracht waar het verwachte risico op overdracht van ziekteverwekkers het grootst is. Zo helpen ze bij het voorkomen van toekomstige pandemieën.

Elke diersoort kent zijn eigen ziektes. Denk aan varkenspest bij varkens of mastitis bij koeien. Maar sommige ziekteverwekkers hebben meerdere soorten gastheren. Zo kan de ziekteverwekker die Lyme veroorzaakt, overspringen van wild naar vee en ook naar de mens. Om de kans op nieuwe epidemieën te verkleinen, is het belangrijk om te weten waar het risico op overdracht van ziekteverwekkers van wilde dieren naar mensen het grootst is, en hoe dat komt. ‘Wij hebben met hulp van computermodellen de hotspots in kaart gebracht’, zegt wildlife ecoloog Fred de Boer. ‘Het blijkt dat de samenstelling van de zoogdierengemeenschap, dus welke soorten komen waar voor, het risico op overdraagbare ziekten kan bepalen.’

De onderzoekers brachten via computermodellen in beeld hoe zoogdiergemeenschappen eruit zien: hoeveel soorten leven samen in een bepaald gebied? Hiervoor gebruikten ze informatie over de voorkeuren van soorten voor een bepaald klimaat, leefgebied en het dieet. ‘We hebben voor alle ‘zoogdiergemeenschappen’ een algemeen ziekterisico berekend, waarbij we ervan uitgingen dat een ziekteverwekker meerdere gastheren kan infecteren. De resultaten uit deze modellen voorspellen een hoog ziekterisico voor de tropen en de warmere delen van Europa, Noord-Amerika en Azië. In deze gebieden leven veel, vooral kleine, diersoorten.’

Opvallend is dat in meer gematigde streken ziektes juist toe lijken te nemen als er mìnder diersoorten zijn.

Opvallend is dat in meer gematigde streken ziektes juist toe lijken te nemen als er mìnder diersoorten zijn. De Boer: ‘Dat komt waarschijnlijk doordat sommige zoogdieren, bijvoorbeeld knaagdieren in die gebieden de overhand krijgen en dan beter in staat zijn om ziekteverwekkers naar andere gastheersoorten te verspreiden. Nieuwe ziekte-uitbraken kunnen dus ook goed buiten de tropen ontstaan.’

Risico van verlies aan biodiversiteit

Met de klimaatveranderingen in het achterhoofd kijken de onderzoekers ook naar de toekomst: veel zoogdiersoorten staan onder druk. Daarom is het belangrijk om te begrijpen hoe verlies aan biodiversiteit het risico op ziekte-uitbraken beïnvloedt. ‘We hebben ons model uitgebreid met de effecten van klimaatveranderingen. Grote veranderingen in het ziekterisico komen ook al voor zonder dat een soort helemaal uitsterft. Een beetje meer van deze soort en minder van die soort kan al een groot verschil maken’, aldus De Boer.

We moeten inzetten op het behoud van vooral de grotere zoogdiersoorten en het intact houden van de soortendiversiteit in een bepaald gebied.

Hij signaleert: ‘Grote soorten, zoals grote predatoren, kunnen mede bepalen hoeveel kleinere soorten ergens voorkomen. Terwijl juist die kleinere soorten vaak meer ziekteverwekkers met zich meedragen. We moeten dus inzetten op het behoud van vooral de grotere zoogdiersoorten en het intact houden van de soortendiversiteit in een bepaald gebied. Zo kan een toename van de fragmentatie van een landschap uiteindelijk leiden tot grote verschuivingen in de soortengemeenschappen en er uiteindelijk voor zorgen dat het risico op bepaalde ziektes toeneemt, omdat er alleen maar kleine diersoorten overblijven.’

De resultaten van de wildlife ecologen komen goed overeen met vroegere patronen van wereldwijde ziekte-uitbraken. De Boer: ‘We hebben met ons onderzoek een stap in de richting gezet van beter begrip hoe de relatie tussen ziekterisico en biodiversiteit werkt. Beleidsmakers kunnen onze bevindingen gebruiken om gerichte maatregelen te nemen, zodat de soortendiversiteit van zoogdiersoorten in balans blijft.’