Nieuws

Preciezer bemesten door rekening te houden met Nmin en N-nawerking

Gepubliceerd op
21 maart 2024

De aanscherpingen van het mestbeleid leiden tot lagere stikstofgebruiksnormen in grote delen van Nederland. De gebruiksnormen komen in steeds meer gebieden zelfs lager te liggen dan de landbouwkundige adviesgift. Door rekening te houden met de Nmin-voorraad in de bodem en de stikstofnawerking uit gewasresten en groenbemesters, kan de beschikbare stikstofruimte op het bedrijf zo goed mogelijk worden verdeeld over de percelen. De financiële opbrengstderving wordt hierdoor geminimaliseerd.

Aanscherping stikstofgebruiksnormen

Door nieuwe wet- en regelgeving wordt de stikstofgebruiksruimte in veel gebieden lager. Percelen die vallen in de zogenoemde Nutriƫnten Verontreinigde gebieden worden dit jaar met 5% gekort op hun stikstofgebruiksnorm en vanaf volgend jaar met 20%. In de zandgebieden komt daar de korting voor het eventueel niet op tijd zaaien van een vanggewas nog bovenop. De adviesgift zal in veel gevallen hoger zijn dan de gebruiksnorm, waardoor de optimale N-bemesting niet overal mogelijk is. Door de krappe gebruiksruimte is het noodzakelijk om de stikstofgift per perceel en gewas zo nauwkeurig mogelijk te bepalen door rekening te houden met de hoeveelheid minerale stikstof in de bodem (Nmin), de stikstofnawerking uit gewasresten en groenbemesters en de stikstofmineralisatie uit de bodemorganische stof.

N-min monster voorjaar

De benodigde N-gift kan worden bepaald door uitvoering van een Nmin-meting in het voorjaar, voor het uitvoeren van de eerste bemesting. Voor de meeste gewassen zijn stikstofbemestingsrichtlijnen opgesteld, welke rekening houden met die hoeveelheid Nmin. Bij een hoge Nmin-voorraad kan met een lagere stikstofgift worden volstaan dan bij een lage Nmin-voorraad. De diepte van de bemonsterde laag is afhankelijk van het gewas en de grondsoort. De Nmin-voorraad in het voorjaar verschilt per perceel en jaar en hangt af van de voorvrucht en bemestingshistorie van het perceel, maar ook van het weer in de voorafgaande winterperiode. De hoge neerslag in de winter van 2023/2024 had een hoge uitspoeling tot gevolg. Anderzijds kan het relatief warme weer in februari weer invloed hebben op een verhoging van de Nmin-voorraad door mineralisatie. Daarom is een meting van de Nmin-voorraad zinvol.

Ook later in het groeiseizoen kan het zinvol zijn om de hoogte van een N-bijmestgift vast te stellen. Voor enkele gewassen waarbij de stikstofgift wordt gedeeld, is een stikstofbijmestsysteem ontwikkeld waardoor er beter naar behoefte kan worden bemest. Dit systeem kan worden gebaseerd op de periodieke meting van de Nmin voorraad in de bodem of op basis van de stikstofstatus van het gewas, zoals de bladsteeltjesmethode.

N-korting na gescheurd grasland en gewasresten voorvrucht

Na het scheuren van grasland komt veel stikstof vrij. Deze stikstof kan in de volgteelt(en) in mindering worden gebracht op de N-bemesting. De hoogte van die N-korting is afhankelijk van de leeftijd van het gescheurde grasland. Hoe ouder het grasland, hoe meer stikstof er mineraliseert. Houd hierbij wel rekening met het tijdig scheuren van het grasland, zodat de mineralisatie plaatsvindt tijdens de opnameperiode van het volggewas. Ook uit stikstofrijke gewasresten van voorvruchten mineraliseert er stikstof tijdens het groeiseizoen, waardoor er kan worden gekort op de stikstofbemesting. Dit is voornamelijk het geval na een aantal groentegewassen, luzerne en suikerbieten.

N-korting na groenbemesters

Na het inwerken van groenbemesters komt er stikstof vrij voor het volggewas. Door hier rekening mee te houden kan de stikstofbemesting worden verlaagd. De hoeveelheid is afhankelijk van het type groenbemester, de stikstofinhoud en het moment van inwerken. Voor de bepaling hiervan zijn vuistregels ontwikkeld.

Aanpassing bouwplan

Het opnemen van een vlinderbloemige gewassen in het bouwplan, als hoofdteelt en/of groenbemester, kan ook uitkomst bieden bij het verlaging van stikstofbemesting. Deze gewassen binden luchtstikstof, waarvan een deel na inwerken van de gewasresten of groenbemesters beschikbaar komt voor de volgteelt.

Nieuwe, nauwkeurigere bemestingsadviezen

In het project PPS BAAT (BemestingsAdviezen Akkerbouw Toekomstgericht) worden de komende drie jaar nieuwe bemestingsadviezen voor akkerbouwgewassen ontwikkeld, die nog beter rekening kunnen houden met de perceel specifieke omstandigheden, zoals de bodemineralisatie. De benodigde stikstofgift kan hierdoor nog nauwkeuriger bepaald worden, wat de efficiƫntie van de beschikbare stikstofruimte op het bedrijf verhoogt.